Skip to main content

Cooking in Peacetime

Koken in vredestijd

April 12, 2015

By Arnold Jansen op de Haar

I used to be the king of single-pot cooking. I had no need of a cookbook. My one-pot meals were quite simple. But since I’ve emigrated to England I have a fully fitted kitchen at my disposal and there is a new woman in my life.

The lady in question is Mrs PJ Sarels van Rijn, author of the completely revised, and also emigrated, edition of the I Can Cook cookbook from 1953.

According to the foreword, the book has acquired ‘many female friends’ since it was first published, especially thanks to the ‘excellent revisions by the late Miss HMSJ De Holl’.

I’m only mentioning Miss De Holl explicitly because I don’t like it when people fade from memory.

I Can Cook contains the basics: how to roast a piece of meat or fish, and so on.

Mrs PJ Sarels van Rijn starts from the ground up by beginning with a review of the origins of the art of cooking and eating habits. ‘One imagines the early population to have been cave dwellers.’ I, personally, still consider some people to be cave dwellers, but let’s not contradict Mrs Sarels van Rijn. And besides, David Cameron already eats his hot dog with a knife and fork.

Via the Assyrians, Egyptians, Israelites, Greeks, Romans and ancient Germans (‘barbarians’, according to the Romans and Mrs Sarel van Rijn), the Middle Ages and the Renaissance (and Louis XII’s eating habits), Mrs Sarel van Rijn arrives at her target audience: the housewife.

In this piece I want to champion this marvellous book, because it comes in handy when you have access to a fully fitted kitchen for the first time in your life.

Recently a handwritten recipe for apple cake dropped out of the book. It was as if your mother emerged from the book together with an apple cake. I suddenly really miss everyone and I think: it’s like carrying on old traditions but with a modern twist.

The oddest chapter is Two Housewives in One Kitchen. ‘In these times of housing shortages and lodgers, the housewife in particular needs to adapt’, notes Mrs Sarels van Rijn. Still, one has to make a virtue of necessity, according to Mrs Sarels van Rijn. I guess her first name is Petronella.

Subsequently, she offers a comprehensive list of recommendations. Mrs Sarels van Rijn talks about ‘both parties’. I’m rather concerned for Mrs Sarels van Rijn’s in-laws. She rather objects to both families having dinner at the same time. And do not get in the way unnecessarily, and clear everything away immediately. At times she is rather strict.

But Mrs Sarels van Rijn is not easily daunted. So she suggests installing a second kitchen, a bathroom-cum-kitchen. ‘The washbasin can double as kitchen sink.’ And, according to Mrs Sarels van Rijn, the bath can remain. ‘Cover it with a piece of plywood and it can be used as a table as well.’ She does add: ‘In most cases, the main occupant can no longer use the bath, and this is quite a disadvantage!’

Oh, Mrs Sarels van Rijn, you recapture a whole world that has disappeared: of a bath once a week, and sitting with wet hair in front of the newly bought telly. I was born long after you wrote this book, but I’m homesick for those people who are no longer with us.

And this book, as well as telling us precisely how long something needs to cook or can be kept, also offers her wonderful insights.

‘If we take in too much food on a daily basis, it may have a very negative influence on our body and, especially, our digestive system. It’s a remarkable fact that during the war there were fewer complaints about stomach and intestinal disorders compared to ordinary times.’

Occasionally, Petronella (by now I’m allowed to address you as Petronella, aren’t I?) goes a bit too far. The thought occurs to me from time to time: ‘There’d better be a war!’ But I don’t think that’s how she meant it. I’m about to have a drink and start cooking, in peacetime!

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
arnold jansen op de haar

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:
A Bit of a Genetic Mess
Email a Fairy
A Peeing Neanderthal
Fictional Brits
Bare Burka
Is Van Gaal a Turkey?
An Estate Agent in High Heels
A Boy from Westminster
Adventure in Amsterdam
Amalia & George
Cheering Quietly
Human Waste
D-Day for Poetry
A Dog in London
Van Gaal and Wurst
Baby King George
The Virgin Train from Birmingham
Nuclear Hospitality
Vladimir the Viking
Ski Girl with Moustache
Phoenix
Message From the Bathtub
A Consistent Resolution
Nigella’s Law
Selfie
Cowboy in the Kingdom
An Angry Philanthropist
Oligarch with Red Umbrella
The Lives of Others
Uproar in the Czar Peter House
A Postcard Home
An Angry Ladies’ Hairdresser
Syrian Football
The Man Who is Always Late
What will survive of us is love
A Gibraltarian Librarian
A Gay Sympathiser
Hot Pants Harry
Cycling Sustained by Aunt Corry’s Pancakes!
A Slight Inconvenience
Phoning an Extraterrestrial
Naked in a Ballet Class
The Ouch, Ouch, Ouch Threshold
Eurovision
A Sincere Person
King of the People
Thatcher’s Secret Weapon
A Cycling Jeweller
Eating Like the Pope
A Poet with Gout
A Plastic Foreign Horse
A Bit Stifling

Ik was de koning van het koken op één pit. Een kookboek had ik niet nodig. Mijn eenpansgerechten waren tamelijk eenvoudig. Maar sinds ik ben geëmigreerd naar Engeland en beschik over een volledig geoutilleerde keuken is er een nieuwe vrouw in mijn leven.

Het betreft mevrouw P.J. Sarels van Rijn van de geheel herziene uitgave van het, eveneens geëmigreerde, kookboek Ik kan koken uit 1953.

Het is een boek dat volgens het voorwoord sinds zijn eerste verschijnen ‘vele vriendinnen’ heeft verworven, mede ‘dankzij de goede bewerkingen van wijlen mejuffrouw H.M.S.J. De Holl’.

Ik noem mejuffrouw De Holl even expliciet want ik kan er slecht tegen dat mensen zomaar in de vergetelheid raken.

Ik kan koken vertelt je allerlei basisdingen: over het braden van een stukje vlees of vis en zo.

Mevrouw P.J. Sarels van Rijn is niet over één nacht ijs gegaan want ze begint eerst met een uiteenzetting over het ontstaan der kookkunst en tafelgewoonten. ‘Men stelt zich de eerste mensen voor als holbewoners.’ Persoonlijk zie ik sommige mensen nog steeds als holbewoners maar laten we mevrouw Sarels van Rijn niet tegenspreken. En bovendien eet David Cameron zijn hotdog reeds met mes en vork.

Via de Assyriërs, Egyptenaren, de Israëlieten, de Grieken, de Romeinen, de oude Germanen (‘barbaren’, volgens de Romeinen en mevrouw Sarels van Rijn), de Middeleeuwen en de Renaissance (en wat Lodewijk XII allemaal verorberde) komt mevrouw P.J. Sarels van Rijn uit bij de doelgroep: de huisvrouw.

Ik wil hier graag de loftrompet steken over dit schitterende boek, want het is heel handig als men voor het eerst van zijn leven een volledig geoutilleerde keuken tot zijn beschikking heeft.

Onlangs viel er een handgeschreven recept voor appeltaart uit het boek. Alsof je moeder er zelf uit valt, met appeltaart en al. Ik mis iedereen opeens verschrikkelijk en denk: het is de voortzetting van oude tradities met andere middelen.

Het meest wonderlijke hoofdstuk is Twee huisvrouwen in één keuken. ‘In deze tijd van woningnood en samenwoning is het vooral de huisvrouw die zich moet kunnen aanpassen’, schrijft mevrouw Sarels van Rijn. Toch moet men van de nood een deugd maken, vindt mevrouw Sarels van Rijn. Ze heet vast Petronella.

Er volgt een hele serie adviezen. Mevrouw Sarels van Rijn spreekt over ‘beide partijen’. Ik vrees voor de schoonfamilie van mevrouw Sarels van Rijn. Ze heeft liever niet dat beide gezinnen de warme maaltijden gelijktijdig gebruiken. En niet onnodig in de weg lopen en alles onmiddellijk opruimen. Ze is soms een beetje streng.

Maar mevrouw Sarels van Rijn zit niet voor één gat gevangen. Zo oppert zij de inrichting van een tweede keuken, een badkamer-keuken. ‘De wastafel kan dienst doen als gootsteen.’ En volgens mevrouw Sarels van Rijn kan het bad blijven staan. ‘Met een plaat triplex kan het ook nog als tafel gebruikt worden.’ En daar voegt mevrouw Sarels van Rijn aan toe: ‘De hoofdbewoner kan in de meeste gevallen geen gebruik meer maken van het bad en dit is wel een groot bezwaar!’

O, mevrouw Sarels van Rijn, u roept een hele wereld op die verdwenen is, van één keer per week in bad en met natte haartjes voor een net aangeschafte tv. Ik werd veel later geboren dan wanneer u dat boek heeft geschreven maar ik krijg heimwee naar al die mensen die er niet meer zijn.

En naast dat je in het boek dus precies kunt lezen hoe lang iets houdbaar is en hoe lang iets moet koken, hebt u ook van die heerlijke wijsheden.

‘Als we ons dagelijks te overvloedig voeden, kan dit voor ons lichaam en vooral ons spijsverteringskanaal zeer schadelijke gevolgen hebben. Het is een opmerkelijk verschijnsel dat er gedurende de oorlog minder klachten waren over maag- en ingewandsstoornissen dan in normale tijden.’

Soms gaat Petronella (ik mag nu wel Petronella zeggen) een beetje te ver. Ik denk het ook wel eens: ‘Was het maar oorlog!’ Maar dat zal ze toch niet bedoelen. Ik schenk zo een glaasje in en dan ga ik koken. In vredestijd.

© Arnold Jansen op de Haar
"arnold

Eerdere columns:
Een genetisch zootje
E-mail een elfje
De plassende Neanderthaler
Fictieve Britten
Blote boerka
Is Van Gaal een kalkoen?
Een makelaar op hoge hakken
Een jongen uit Westminster
Avontuur in Amsterdam
Amalia & George
Zachtjes juichen
Menselijk afval
D-Day voor poёzie
Een hond in Londen
Van Gaal en Wurst
Baby King George
De Virgin trein uit Birmingham
Nucleaire gastvrijheid
Vladimir de Viking
Ski-meisje met snor
Feniks
Bericht vanuit de badkuip
Een consequent voornemen
De wet van Nigella
Selfie
Cowboy in het koninkrijk
Een boze filantroop
Oligarch met rode paraplu
Het leven van de anderen
Rumoer in het Tsaar Peterhuisje
Een briefkaart naar huis
Een boze dameskapper
Syrisch voetbal
De man die altijd te laat is
What will survive of us is love
Een Gibraltarese bibliothecaris
Homosympathisant
Hot Pants Harry
Fietsen op tante Corry’s pannenkoeken!
Een klein ongemak
Telefoneren met een buitenaards wezen
Naakt in de balletklas
Het Oeioeioei-drempeltje
Eurovisie
Een oprecht mens
Koning van het volk
Thatchers geheime wapen
Een fietsende jewelier
Eten als de paus
Een dichter met jicht
Een plastic buitenlands paard
Een beetje benauwd